Continu verbeteren is de dynamische bekwaamheid om de dingen op systematische wijze steeds te verbeteren en te veranderen. Continu verbeteren leidt niet alleen tot een betere operationele prestatie, maar kan ook leiden tot een betere meer innovatie-prestatie!

Twee belangrijke perspectieven op continu verbeteren

Continu Verbeteren als management aanpak verwijst naar de geplande, georganiseerde en systematische processen en routines om voortdurend de procedures, processen en producten / diensten te verbeteren, waarbij iedereen in de organisatie wordt betrokken bij het verbeteren van bedrijfsprestaties. Maar dit is echter slechts één van de twee perspectieven op continu verbeteren: naast een reeks organisatorische werkwijzen en routines die leiden tot een voortdurende stroom van incrementele verbeteringen (i.e. het procesperspectief op continu verbeteren), is het ook een verzameling van vaardigheden van medewerkers die het mogelijk maken te verbeteren, reflecteren en leren (een vermogensperspectief op continu verbeteren).

De procesgeoriënteerde benadering van continu verbeteren is nauw gerelateerd aan de “plan-do-check-act” (PDCA)-cyclus van Deming waarin PLAN verwijst naar het stellen van een verbeteringsdoel; DO verwijst naar de uitvoering van het plan; CHECK verwijst naar het monitoren van de effectieve uitvoering van het plan; en ACT verwijst naar het borgen en standaardiseren van het nieuwe (verbeterde) proces en het stellen van verbeterdoelen voor een nieuwe verbeteringscyclus. Bond (1999) toonde inderdaad aan dat het essentieel is voor continu verbeteren om de PDCA-lus te volgen  omdat verbeteren eigenlijk altijd een gestructureerd probleemoplossend verbeterproces nodig heeft, waarbij probleemidentificatie en diagnose, en het genereren en implementeren van oplossingen (kleine verbeteringen) centraal staan.

Het vermogensperspectief legt bij continu verbeteren de nadruk op het ontwikkelen van specifieke bekwaamheden in de organisatie, bijvoorbeeld het vermogen om op systematische wijze problemen op te lossen. Op individueel niveau betekent dit dat werknemers betrokken (engaged) en gemotiveerd zijn zodat en doordat ze de vaardigheden verkrijgen om effectief te verbeteren (en door ook voor beloond worden). Door het continu verbeteren leren medewerkers veranderen en (kleine) veranderingen te implementeren.